De Hel van Petten 2019

Een tijdrit, een omloop en een criterium waarvan je nu al weet dat die pijn gaat doen door cumulatieve verzuring: dat is, kort samengevat, de Hel van Petten. Ik had het al een keer eerder meegemaakt, twee jaar geleden, toen ik net fietste en nog niet zo goed doorhad dat trainen goed werkte en bier drinken iets minder. Deze editie verliep daardoor iets anders en dit is hoe..

Op vrijdagmiddag reizen we met 14 man sterk richting Petten: 12 rijders, Susan als professioneel fotografe en van Daan weten we nog steeds niet zo goed wat die nou deed. We komen lekker op tijd aan, dus we schuiven een iets te groot bord pasta naar binnen en de voorbereiding op de 10 kilometer lange tijdrit kan beginnen. Nadat alle fietsen klaargemaakt zijn voor de tijdrit gaat ieder gaat z’n eigen weg.

Tijdrit

De zenuwen zitten flink in m’n hoofd maar ik heb houvast aan m’n wedstrijdvoorbereiding zoals ik die nog ken van het schaatsen van vroeger. Hoe werkt dit: keihard muziek pompen, een stuk inrijden om warm te worden en focus te pakken, rekken en strekken en wat kleine inspanningen om de spanning er weer op te krijgen. Een kwartier voor de start gaan de oortjes eruit en de van Arnout geleende helm gaat op. Een minuut voor de start gaat het jasje uit, eenmaal op het startpodium focus ik me op de pijn waarvan ik weet dat die komen gaat. Nu moet ik bekennen dat ik half gescripte gesprekken met mezelf ga voeren tijdens een tijdrit, ingegeven door de afspraken die ik voorafgaand met mezelf hebt gemaakt, aangevuld met de ontwikkelingen van het moment. De raceleider telt af: “3-2-1, Ja”, ik ga staan en span alles aan om weg te komen: “hup, gaan, gaan, gaan” gevolgd door “oke, zitten en aero maken, armen naar voren en hoofd naar binnen”. Dit laatste is, volgens de foto’s die ik achteraf zag, niet helemaal volgens plan gegaan. Eenmaal zittend in m’n houding is het tijd om te gaan draaien en te concentreren op fietsen: “Oke, ik rijd nu 48, dit is dus veel te hard, beetje rustig aan hé Rient, of wil je straks episch stilvallen?”

Ik had van te voren nagedacht over hoe ik m’n race in moest delen, tijdens de race kwam dit mede door de zijwind heel natuurlijk en werd het 4 keer 2.5 kilometer. De eerste 2.5 kilometer te hard beginnen, gevolgd door 2.5 kilometer iets tegen de wind indraaien en ‘stilvallen’. Op de helft een u-bocht maken, mezelf herpakken en met een nieuw vaatje energie weer 2.5 kilometer de snelheid opbouwen. Ten slotte sluiten we af met 2.5 kilometer in de verte kijken hoe een de duin, met uitkijkpunt, steeds dichterbij komt. “Daar is de bus, kom op, kom op, legen die tank”, iets wat overigens makkelijker gezegd is dan gedaan als je benen branden als de pizzaoven van je buurman. “Oke, nog een paar meter, ja, ja, yes… binnen”, ik rol uit, plant mezelf in een duin en denk na over hoe k** dit is. Bij terugkomst hoorde ik dat ik tweede stond, “is het toch ergens goed voor”. Nadat steeds meer mensen binnenkomen en er steeds meer mannen zijn die het niet lukte om die 14.18 te breken, begin ik het weer wat leuker te vinden. Ten slotte is er nog 1 iemand die eronder duikt waardoor m’n eerste echte podium een feit is. Een blik op Strava verraad dat ik niet de enige ben die  niet altijd even veel plezier heeft in tijdrijden. Zo luidt de titel van Bootsma “na 5.5 kilometer maar weer omgekeerd, (tijdrijden is) niet zo m’n ding”.

Omloop

De 75 km lange omloop is pas ’s avonds, dus er moet nog even een dagje niet te veel energie verspilt worden. Om de stijfheid maar eens uit de poten te trappen leiden de mannen uit de buurt, Koen en Philip, de 12 rijders en Daan over de mooiste fietspaden door de duinen. Uiteraard wordt er gestopt voor een goede kop koffie. De rest van de middag is er tijd om te genieten van de zon, een late nasi-lunch en tenslotte de ploegbespreking. Conclusie: actief vooraan koersen, maar bij gebrek aan wind niet te actief meedoen.

Voorafgaande aan de start is er nog een kleine podiumceremonie omdat die op de avond van de tijdrit niet meer plaats kon vinden. Het grote voordeel van op plek 3 in het klassement staan, is dat je ook vooraan mag starten. Doordat van Lochem en Simon ook een goede tijdrit reden gold dit ook voor hen, voor de rest was het een kwestie van snel naar voren rijden. Vanaf het startschot gaat het direct hard: 55km/u met de wind mee en 45 er tegen in, door het hoge pannenkoeken gehalte is het ook heel nerveus. Dit is toch wel even wat anders dan je doorsnee KNWU wedstrijd, er wordt veel onhandig door het peloton gestuurd. Dit soort acties leiden meestal tot een reactie en dit keer is het niet anders. Er zijn veel scheldende mannen op iets te dure fietsen, maar helaas is er in ronde 3 ook al een valpartij. Seth, die overigens een meer dan verdienstelijke wedstrijd reed, kwam na 15km naast me fietsen en wist te vertellen dat er twee man KV bij lagen, dit bleken er achteraf 3 te zijn. Via de speaker vernamen we dat het gebroken was en voor ons was het niet duidelijk wie er nou in de eerste of tweede groep zaten.

Het koersverloop in de eerste helft van de omloop werd getekend door de val.  Met op Seth, van Lochem, Bas en Haaksman (Haakie) en mezelf na, zat de rest blijkbaar achter, of in, de val. Dit gold overigens ook voor de andere ploegen, want het resultaat was dat er, met uitzondering van als er premies of boni’s te verdienen vielen, niet echt doorgereden werd. Door m’n hoge klassering hadden we afgesproken dat Haakie me goed van voren zou houden. Dit zorgde er wel voor dat ik geen moment in de moeilijkheden ben gekomen.

Nadat de tweede groep weer is aangesloten mag er dan eindelijk iets van een kopgroep wegrijden, met daarbij wederom een actief koersende Haakie. Achteraan in de koers rijdt ook een groepje met daarin Philip. Die heeft ongeveer 70 kilometer achter het peloton aangejaagd om ervoor te zorgen dat die niet op een ronde gezet zou worden. Deze weten het op wonderbaarlijke wijze vol te houden, al wist Philip achteraf te vertellen dat dit niet van harte ging.

Haaksman in de kopgroep

In de laatste 10 km is het een kwestie van je positie bij de eerste  15 mensen vasthouden, maar geen meter op kop doen. Het duwen en trekken vooraan neemt alleen maar toe in intensiteit en hoe de finale erbij ligt helpt niet: je dendert van de grote weg naar beneden het dorp in, waar je ongeveer 2 meter breedte in moet leveren. Als een duiveltje uit een doosje rijdt Bootsma opeens weer naast me, hij en eigenlijk alle KV mannen zijn bezig met het consolideren van hun eigen positie. Helaas kunnen we elkaar niet echt vinden en met het hevige geduw en getrek in de laatste ronde, ben ik helemaal kansloos voor de sprint. Het resulteert in een nietszeggende 15e plek, een 16e plek voor Boot en de rest zat niet ver. Niet slecht voor zo’n stressvolle finale.

Philip in de achtervolging

Criterium

Na de omloop wordt er altijd een streep midden in het klassement gezet, waarbij de bovenste deel start in het A peloton en het onderste deel in het B peloton. Het klassement is na de tijdrit flink op de kop gegaan door de valpartij in de omloop en helaas waren Robert-Jan, Niels en Philip hiervan het slachtoffer. Toen Robert-Jan dit hoorde zei die al: “prima ik ga wel voor de premies rijden”. Maar Niels had nog andere plannen voor vandaag: hij sprintte naar een knappe tweede plek toe. Voor het deel van de KV-trein dat in het A-peloton mocht starten betekende vandaag aanklampen en zorgen dat je vooraan zit. Voor mij stond deze dag in het teken van het verdedigen van m’n top 10 positie en stiekem dacht ik aan top 5. 

Het prachtige resultaat in het B-Criterium!

Ook op deze zondag mocht ik vooraan starten, samen met Simon (18e) en van Lochem (11e), Haakie, Seth, Koen, en Chris stonden verder van achter. Haaksman beloofde binnen 3 ronden naar voren te rijden en dit deed hij. Voor Simon en Chris was het tempo op het bochtige parcours te hoog en die moesten er al snel af, Seth hield het lang vol, maar moest richting het einde ook lossen. Koen de Jong heeft steady in het laatste wiel gereden, een plek waar hij mij normaal gesproken vaak tegenkomt, maar vandaag mocht dat niet: er moest een positie verdedigd worden. De support van de kant liet ons het dan ook snel weten wanneer we te ver van achter zaten. Het tempo lag hoog op het bochtige parcours en samen met van Lochem en Haakie deed ik m’n best om m’n positie vooraan vast te houden. Die twee waren dan ook m’n ijkpunt als ik ze niet meer 2 rijders voor me had wist ik dat ik te ver van achteren zat, heel simpel.

Halverwege breekt de stadionspeaker de koers open: “de nummer twee van het klassement zit helemaal achterin het peloton”.  Dit kan maar 1 ding betekenen: gas geven! Ik manifesteer me voorop. Om met de ploeg van de nummer 3 in het klassement even het gas een paar ronden open te trekken, en niet zonder resultaat, de nummer 2 moest lossen en stapt later af! Dit koste wel veel energie en richting de finale betekende dit dat ik geen meter in de wind meer ging doen, want echt bijkomen zat er op dit parcours niet bij. Vanaf de kant hoor ik Robert-Jan nog iets schreeuwen in de trant van: “iedereen heeft zere benen”, “oja, gelukkig maar” bedenk ik me. Laatste ronde: ik word links en rechts door een paar ‘gasten’ voorbij gereden: “dit gaat me niet gebeuren” denk ik, terwijl ik in de bocht mezelf een van die ‘gasten’ terug wegzet. Ik mag nog één keer kiezen: welk wiel pak ik? Ik pak het wiel van de krullebol met de GoPro die net zo hard overnam. Haakie zit schuin achter me, met een niet al te frisse blik meer. We jagen in de groep door de een na laatste bocht, de krullebol stopt met trappen, er ontstaat een gat: 2 meter, 5 meter, ik kom er niet langs. “komaaannn, er langs” denk ik, “yes het lukt! Nu alles”. Met het laatste beetje benen dat ik na 3 weken fietsen over heb gaat in het dichten van het gat zitten. Maar het lukt, net voor de laatste bocht.  Ik probeer me nog één keer uit elkaar te trekken, maar het lukt me niet. Ik zie de kans op het pakken van bonificatie  seconden heel snel kleiner worden door m’n fout. Ik eindig uiteindelijk op de 10e plek, met Haakie op 11 en van Lochem daar vlak achter. Het was goed, ik word 6e  in het klassement en heb uitslagen gereden waar ik voor het weekend trots op zou zijn, maar op deze zondag toch een beetje van baal.

Leeggestreden op de finish

Al met al kunnen we tevreden terugkijken op een weekendje Petten waar de KV-studententrein zijn naam gevestigd heeft als ‘de andere trein’, met een paar goede locomotieven om rekening mee te houden.

Bonusafbeelding: kv maakt indruk in de rest van het land. Bron: het Noordhollands Dagblad

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *